De laatste neushoorn is in 1982 in Oeganda dood geschoten. In 2002 is het project gestart om de neushoorn terug te brengen, vanaf 2005 bevolkt het park wilde rhino’s geïmporteerd uit Solio, Kenia en uit de VS. In een elektrisch omheind gebied van 75 km2 leven nu 9 neushoorns. En juni vorig jaar is Obama hier geboren, en recentelijk alweer 2 guitige babies. En er zijn nog 6 volwassen neushoorns op weg naar Oeganda, ondermeer uit Zuidelijk Afrika.
De neushoorn behoort tot de beschermde diersoorten. Ze worden bedreigd, door de run op hun hoorns, een hoorn die een veronderstelde medicinale werking heeft op de impotente man.
In het Sanctuary maken we onder begeleiding van een bewapende scout, een wandelsafari. In de auto op weg naar de neushoorns vertelt hij dat hij dat twee neushoorns een kalf hebben. Hij gaat zijn best doen om ze voor ons te vinden. We verheugen ons hierop en hopen dat het lukt om moeder en kalf te vinden. Als we bij de neushoorn uitkomen zien we dat de spanning die hij probeerde op te bouwen onzinnig was. De neushoorns in dit gebied staan voortdurend onder controle. De meeste neushoorns hebben een persoonlijke scout en worden 24 uur per dag gevolgd/geobserveerd. Voor ons staan twee volwassen Neushoorns met kalf, op een kleine afstand verwijderd, de scouts, uitgerust met geweer en portofoon, waarmee ze voortdurend in contact staan met de controlekamer.
Het gevoel dat we bij ‘wilde neushoorns’ staan is direct verdwenen. Indrukwekkend is het wel dat we er zo dichtbij, tot slechts een paar meter afstand, kunnen komen. “Maar als deze neushoorns straks weer uitgezet worden in het wild, is het dan wel goed dat wij er nu zo dichtbij staan? Worden het zo geen makkelijke prooien voor de stropers?” vragen we. Het wordt ons duidelijk, dat ‘in het wild’ een zeer betrekkelijk begrip is voor deze neushoorns. Vanwege de risico’s van de stropers blijven de neushoorns in Oeganda, ook als ze ‘in het wild’ zijn uitgezet, in een afgebakend gebied leven, onder toezicht van bewapende Rangers.
Deze gedachte verbannen we snel uit ons hoofd. Wat een mooi gezicht is het, om de grazende gevaartes over de savanne vlakte te zien struinen. En wat zijn ze grappig, de jonge kalfjes van zo’n 150kg licht, die uitdagend en speels achter elkaar rennen. Eén van de kalveren komt nieuwsgierig naar ons toe. Dit bevalt de scout niet. Komt het kalf te dichtbij, dan is de kans groot dat de moeder er achteraan dendert. Tot onze verbijstering reageert het kalf als de scout herhaald “Go”roept. Het ‘wilde’ dier reageert op dit commando. Zelfs een neushoorn is af te richten.
“Maar wat doet die man daar nou?” Niet ver van ons vandaan staat een man, die het contact met de neushoorns niet schuwt. Op slechts twee meter van de neushoorn verwijderd maakt hij foto’s van het dier.
Die man is – zo blijkt later- Felix Patton. Neushoornexpert, woonachtig midden in een natuurreservaat in Kenia. Hij is naar Oeganda afgereisd om de Rangers in het park bij te scholen.
Als we terug zijn van de wandeling raakt Emiel met hem aan de praat.
“Eén van de dingen die ik ze leer is hoe ze de neushoorns individueel kunnen onderscheiden van elkaar. Nu lopen hier maar een paar neushoorns rond en is het erg gemakkelijk voor ze om de verschillen te zien en te onthouden. Maar dat verandert snel” legt hij uit. “Binnen een paar jaar moet het aantal gegroeid zijn tot 50. Waarschijnlijk worden nog een paar kalveren geboren, de rest wordt ingevlogen, uit parken elders in Afrika.
Dat is ook de reden waarom de scouts ook een cursus zelfverdediging krijgen en dat ze de sporen van een stroper leren herkennen. Zodra hier één neushoorn gestroopt wordt, kunnen ze het sanctuary sluiten. Geen park denkt er dan nog aan om één van hun neushoorns aan deze sanctuary af te staan.”
Die nacht slapen we op het sanctuary. We mogen Buca parkeren op een afgebakend veldje. Het oogt nogal suf om met de auto opgesloten te worden achter het hekwerk. “Alleen maar voor jullie veiligheid hoor!” horen we de scout verdedigend zeggen nadat we een beetje sputteren.
De volgende ochtend vroeg ziet Saskia, nadat ze de tent uit is geklommen dat het hek er met een reden staat. Over het aangrenzende veldje loopt een neushoorn gemoedelijk te grazen. Ze maakt Emiel wakker om dit spektakel te zien. Een half uur later maakt ze hem opnieuw wakker. De vriendin van Felix Patton was naar haar toegekomen en nodigde ons uit om aan te schuiven bij de cursus die Felix die dag geeft.
Wat een kans! In recordtempo valt Emiel uit de tent om een kwartiertje later fris aan te schuiven in de schoolbanken. Een reden om nog een nacht te blijven. En direct een goed excuus voor hem om die middag nogmaals de neushoorns te bezoeken.
Het is al donker als Emiel met de auto terugrijdt naar ‘ons hok’. Saskia loopt terug. Als ze de camping nadert hoort ze een luid “Hrmpff”. Een zucht, geproduceerd door een dier met een grote klankkast. Versteend blijft ze staan. Het enige dier in dit gebied, dat beschikt over een grote klankkast is de neushoorn. In het maanlicht speurt ze de omgeving af. Op slechts een paar meter afstand, net aan de andere kant van het hek dat het kampeerveld afbakent ziet ze het donkere silhouet van de neushoorn. Het dier staat op ons veldje. Sterker nog.. het dier heeft onze plek ingepikt!
Emiel had die middag in allerijl de tent ingedraaid. Er waren geen andere auto’s beschikbaar die hem naar het beginpunt van de wandelsafari konden brengen. Door de haast had hij er niet aan gedacht om het hek af te sluiten.
Emiel weet nog van niets. Zodadelijk rijdt hij met een zwier het veldje op om Buca tot stilstand te brengen op de plek waar we de nacht ervoor sliepen. Onze stoeltjes staan er nog, de hangmat hangt aan de boom.
Ja, de zwaaiende bewegingen die Saskia maakt had hij wel gezien. Pas als Saskia een sprintje trekt en voor Buca springt bedenkt Emiel dat het beter is om even te stoppen? “Wat is er toch aan de hand” vraagt hij een tikkeltje geïrriteerd. “Een neushoorn…. een neushoorn, kijk daar…, hij is ons veldje opgelopen.”
We stellen het moment om de scout in de controlekamer te informeren dat we Buca die nacht elders parkeren zo lang mogelijk uit. Het dier is zo dichtbij, het staat zo rustig te grazen.
Het kost ons veel overredingskracht om de scout ervan te overtuigen dat we liever in de daktent slapen dan in de door de directeur aangeboden gratis lodge-kamer. Uiteindelijk komt hij terug met het bericht dat we in de tent mogen slapen, maar dat we er die nacht niet uit mogen klimmen. Er bestaat een grote kans dat de neushoorn die nacht nog in de buurt van de auto komt. De scout is opgedragen om ons pas achter te laten als we goed en wel ‘opgesloten’ zitten in onze daktent. En dat duurt een tijdje. Onze nachtkijker opent een nieuwe wereld voor de scout en ook hij rekt de tijd zo lang mogelijk om met de nachtkijker naar de neushoorn te kijken. En de neushoorn ? Wel die geniet van het heerlijke malse gras waar hij normaal niet bij kan.
Die nacht slaapt Emiel niet. De neushoorn laat zich niet vlak naast de auto zien, maar elk geluidje dat er op wijst dat het dier in de buurt is houdt hem uit zijn slaap.