Duiken in Soedan
Jambo, de divemaster, rijdt met ons mee vanuit Port Soedan naar het Soedan Red Sea Resort van
Iman. Onderweg bevraagt Emiel hem over de duikstekken. Emiel wil graag naar een bijzondere plek, het liefst naar een plan waar het grotere spul, de haaien, zijn? Jambo heeft dit onthouden als hij de volgende dag de mogelijke duikstekken met ons bespreekt.
“Als jullie haaien willen zien, dan moet je echt naar Sha’ab Rumi”….. Jambo straalt, “dit is echt een plek die je gezien moet hebben. We zijn maar met z’n drieën. Dit is echt een buitenkans. Als er meer duikers zijn neemt de kans om daar te kunnen duiken sterk af. Het kan er sterk stromen. Zodra er één duiker bij is die minder ervaring heeft, gaan we niet en kiezen we een rustigere duikstek op.”
We passen de spullen en laden de zodiak in.
Onderweg naar de duikstek twijfelt Saskia nog even of ze dit wel een goede keuze is geweest. Ze mijmert over alle duikincidenten die we al hebben meegemaakt met duikscholen in de Rode Zee en op andere plekken. Over de zodiak (zonder compartimenten) die lek raakt en waar we onmiddellijk uit moesten springen. Daar lagen we dan, dobberend in de zee in afwachting van hulp. Of die keer dat de motor van een zodiak in een wild golvende zee ermee stopte. Benzine op! De zodiak lag als een weerloos bootje in het open water en werd bespeeld door de golven. Ook die keer kwamen we niet weg zonder hulp van anderen. En dan die keer dat we achter werden gelaten na een bootduik.
Vergeten! Niemand van het personeel had door dat 2 duikers ontbraken. We kwamen aan het einde van de duik naar boven en geloofden onze ogen niet toen we geen boot meer zagen. Na een tijdje dobberen zagen we een zodiak in de verte. Met de reddingsboei die we bij ons hadden trokken we de aandacht en werden we uit het water gevist. En dan zijn er nog de incidenten onderwater. Sindsdien zit ze niet meer gerust in een duikboot en taxeert ze de staf grondig.
De zodiak ziet er goed uit, we zijn samen met Jambo de enige duikers, de kans om vergeten te worden is nihil. Verder een kapitein, een man aan het stuur van de opblaasboot en nog een extra persoon als redder. Het gehuurde materiaal van Iman ziet er goed uit. Ze beschikt zelfs over reddingsboeien, die we uiteraard ook deze keer meenemen.
Na een uur op open zee bereiken we de duikstek. Zonder navigatiehulpmiddelen vinden ze de plek. We zijn vol bewondering, omdat wij in open terrein erg afhankelijk zijn van onze GPS. De kapitein heeft een uur lang geconcentreerd in de (voor ons) lege ruimte gekeken en gaf telkens subtiele aanwijzingen. Beetje naar links, een tikkeltje naar rechts.
De plek waar Jambo ons naar toebrengt behoort tot de topplekken in de Rode Zee. In onze reisgids wordt gesproken van “one of the best in the World” met “a crazy profusion of life, coral, drop offs, sharks and every species of the Red Sea fish and invertebrate”.
Jacque Cousteau heeft op deze stek een onderwaterhuis gebouwd (Conshelf II, 1963) waar 5 duikers een maand onder konden blijven en doken tot 100 meter diep. Hier maakte hij opnames voor zijn films, bv. World without Sun.
De eerste duik maken we op de punt van het rif. Een plek waar de stroming samenkomt en waar de kans op haaien het grootst is. De ademautomaat van Saskia lekt, waardoor ze even terug moet naar de zodiak om in de boot het materiaal te vervangen. Jambo ligt op een kleine afstand in het water en gebaart Emiel om naar hem toe te komen. Emiel wacht bij de zodiak totdat het materiaal in orde is en we samen aan de duik kunnen beginnen. Als we bij Jambo aankomen vraagt hij aan Emiel waarom hij niet kwam. Na alle incidenten blijven we altijd bij elkaar omdat we weten wat we aan elkaar hebben. “Twee hamerhaaien, echt waar! Nog niet eerder gezien dat hamerhaaien zo dichtbij komen. Ze zwommen omhoog en zakten daarna weer af de diepte in.”
We zakken gelijk de diepte in om te zien of de hamerhaaien zich nogmaals laten zien, maar helaas…. Ze zijn verdwenen. Op de punt van het rif cirkelen andere haaien, grotere en kleinere soorten in sierlijke bewegingen om ons heen. Ze zijn rustig, groot en imposant. We blijven liggen, en nemen de tijd om naar ze te kijken. We keren om, en zwemmen terug naar het rif. De stroming is sterk, de grote slagen met onze vinnen zijn net voldoende stuwend om ons in een slakkentempo terug te brengen naar het rif.
Het koraal op het rif is dichtbegroeid, veel afwisseling tussen harde koraalsoorten en zachte waaiers etc. Het zachte koraal wordt bewoond door kleine visjes. Het nemo-visje is daarvan de bekendste. Door de stroming maakt het zachte koraal korte zwaaiende bewegingen. De kleine visjes hangen boven het koraal, en zwemmen er tussendoor. Totdat wij er met onze grote snoet boven gaan hangen. De visjes vluchten het koraal in en wachten af totdat de kust weer veilig is.
Het is een drukke bedoeling op het rif. Veel vis, veel koraal, veel felle kleuren. Onderwater misstaat het niet, bovenwater zou het gelijk als wansmaak worden veroordeeld. Te druk, te priegelig, teveel kleuren. Maar waanzinnig om in zo’n mooi aquarium te mogen rondzwemmen.
Jambo gebaart voordat een uur voorbij is dat hij naar boven gaat. Hij vindt het prima als wij nog even onderwater willen blijven. We maken nog een mooie ronde. Na nog eens 20 minuten stijgen we bij de zodiak langzaam naar boven. Op 5 meter diepte maken we een veiligheidsstop en zwemmen op die hoogte een paar minuten rond zodat ons lijf even kan decompenseren voor de druk die op grotere diepte is opgebouwd.
Bij de zodiak ontstaat een klein probleem. Het lukt Saskia niet om de zodiak in te klauteren en heeft wat hulp nodig van de mannen in de boot. De mannen zijn terughoudend en durven haar niet zomaar aan te raken. Emiel roept vanuit het water dat het goed is en vraagt of ze willen helpen. Deze aanmoediging helpt ze over hun schroom heen in en voorzichtig trekken ze haar de zodiak in.
Op de boot hebben we een korte pauze. Ongeveer een uur dobberen we boven de tweede plek. We eten en drinken een beetje. Emiel doet een dutje.
De tweede plek duiken we op de plek waar Cousteau experimenteerde en filmde. Het water is helder genoeg om het onderwaterhuis (de Conshelf) te kunnen zien liggen. Het oogt als een beetje als een buitenaards ruimteschip dat in de vorm van een spits uitlopende paddenstoel is gevormd. Grote platen zijn tegen elkaar bevestigd met uitstekende naden aan de buitenkant. De onderwaterkamer maakt inmiddels onderdeel uit van het rif en wordt volledig begroeid met verschillende soorten koraal. De ronde kamer staat op 4 poten. We duiken er eerst omheen, om het koraal en de vormen te bekijken. Daarna duiken we er onderdoor en bereiken we via de onderkant de kamer die tijdelijk bewoond werd door duikers. De ruimte is klein en is gedeeltelijk nog steeds gevuld met lucht. Het verbaasd ons niet dat de duikers klaagden over de beperkte privacy.
De tweede en dieper gelegen onderwaterkamer (op 26 meter) heeft Cousteau laten verwijderen. Toch is er nog meer te zien. Blijkbaar hebben we veel interesse getoond voor deze overblijfselen van Cousteau. Jambo wil de diepte in en volgt de kabels die er nog liggen tot op 40 meter diepte. Onderweg zien we twee duikkooien, die hij en zijn duikers gebruikten ter bescherming tegen de haaien. Ze liggen nu als schroot tussen het koraal.
Via, opnieuw een weelderig begroeide, koraaltuin zwemmen we naar “de Garage”. Rare open vorm van metaal waar we doorheen zwemmen. Geen idee wat daar gebeurde. Maar ook van Costeau…..
Ook hier verlaat Jambo ons na een uur.
We zwemmen nog een ronde om het onderwaterhuis heen, zwaaien even naar het koraal en de vissen en nemen afscheid van deze fantastische duikplek.